‘Gemiddelde leeftijd flink gedaald en meer vrouwen in toezicht’

Interview
Na 15 jaar Nationaal Register en codes veel bereikt op terrein toezicht

Niet synchroon, maar wel parallel. Misschien niet geheel toevallig heeft Nationaal Register zich ontwikkeld langs de lijnen van de diverse governancecodes. ‘Het was een succesvolle periode’, zegt directeur van Nationaal Register Olaf Smits van Waesberghe in het lustrumjaar. ‘Maar de vertrouwensband tussen toezicht/commissariaat en het publiek is nog niet hersteld.’

Nationaal Register en de bestuursvoorgangers ervan (Bestuursregister, Stichting Commissarissen Register) bestaan sinds Jaap Glasz zich zo’n beetje als eerste actief bezig ging houden met behoorlijk bestuur. Daarna kwamen de codes en de monitoring erop. Een toevallige parallel tussen de historie van Nationaal Register en governance?

Olaf Smits van Waesberghe: ‘De ontwikkelingen tussen het register en governance zijn niet synchroon geweest, maar liepen wel parallel. Na de debacles met bijvoorbeeld de Tilburgsche Hypotheekbank kwam er een roep om meer gekwalificeerd toezicht. Dat boden we als registers met een database aan goede commissarissen. Toen de Structuurwet er kwam, wilden ook FNV, CNV, VNO-NCW onder meer tegemoetkomen aan het invullen van de OR-commissaris. Feitelijk is uit die bundeling van activiteiten en kennis Nationaal Register ontstaan. Vlak daarna kwamen de codes. Het raakte elkaar qua inhoud en personele invulling. In die tijd speelde overigens ook de discussie of er in Nederland geen Duits toezichtmodel moest komen. Eigen personeel in de RvC. Gelukkig is dat geen waarheid geworden en is dit model ver buiten beeld gebleven.’

Noem eens drie hoogtepunten in 15 jaar Nationaal Register.

‘Het toezicht is enorm geprofessionaliseerd. De codes zijn een goede ontwikkeling geweest. Sinds Tabaksblat hebben zo’n beetje alle sectoren in het semipublieke domein nu ook een eigen code. Aan dat proces heeft het Register bijgedragen met het leveren van kandidaten en het bieden van kennis en opleiding. Het old boys netwerk brokkelt af. In de beginjaren was er honderd procent coöptatie, nu wordt maximaal de helft ingevuld met bekenden. De markt is veel opener geworden. Ook hebben we in het toezicht slagen gemaakt in diversiteit. Toen we met Nationaal Register begonnen, hadden we drie vrouwen in ons bestand en werd er bijna nooit een vrouw benoemd. Nu hebben we alleen al bij Nationaal Register 750 vrouwelijke kandidaten op een totaal van 1500 in de database. Vrouwen in toezichtsorganen zijn een volstrekt geaccepteerd fenomeen. De boodschap bij raden van toezicht dat je geen klonen van jezelf moet benoemen, is goed doorgekomen. Derde punt dat ik wil noemen is dat de gemiddelde leeftijd van een commissaris gedaald is van 65 naar tussen de 50-55 jaar. In plaats van gepensioneerd en een erebaan, naar nu vol in het leven met expertise. Of het nog jonger moet? Als toezichthouder moet je ook levenservaring hebben en vlieguren hebben gemaakt. Je moet eraan toe zijn. Ik zie ook weinig jonge mensen die graag toezichthouder willen worden. Het vak past kennelijk ook niet bij de habitat van een dertiger.’

Er was de angst dat het maximeren van het aantal toezichtfuncties (Irrgang) zou leiden tot een tekort aan gekwalificeerde commissarissen en toezichthouders. Is dat werkelijkheid geworden?

‘Die angst is niet bewaarheid. De angst speelde denk ik ook vooral bij de voorzittersfunctie. Maar als er nu een vacature bij het Register is, komen daar tussen de tien en veertig zeer goede reacties op. Het probleem speelt niet.’

U toont zich tevreden over de ontwikkeling in toezichtkwaliteit. Toch zijn er ondanks alle codes, zeker ook in het semipublieke domein, incidenten geweest. Hebben de diverse codes wel echt geholpen?

‘Er zijn altijd rotte appels en zwakke broeders. Ik vind het onterecht dat alle hete aardappelen op het bord van RvT/RvC zijn komen te liggen. Neem de ombouw van de sociale volkshuisvesting naar meer maatschappelijk ondernemerschap in de sociale woningbouw. Vestia was daarin marktleider en deed dat geweldig. De remuneratie was daar ook op ingericht. Ja, misschien was het te commercieel en keerde de wal het schip, maar de politiek –de initiator van het beleid – heeft dat niet tijdig ingezien. Of die balans inmiddels wel gevonden is? Ik vind dat een punt van zorg. De marktwerking was doorgeschoten, maar nu schieten we weer door in overheidsregulering en wantrouwen. We moeten oppassen voor over-bureaucratisering. Het vak van toezicht houden is dus ook nog niet af. Het is volop in ontwikkeling en als Nationaal Register willen we bijdragen aan die ontwikkeling. Dat doen we onder meer met onze Academy.’

Is toezichthouder/commissaris anno 2017 een vak om trots op te zijn? Hoe is het imago van de commissaris?

‘Het is een eerbiedwaardig vak, maar incidenten hebben het vak geen goed gedaan. Komt misschien ook omdat de commissaris van nature de media niet opzoekt en zich niet verdedigt. Contact met de media is meer de taak van het bestuur. Er heerst nog veel wantrouwen tussen publiek, politiek, de media enerzijds en de “elite” van toezichthouders anderzijds. Het vertrouwen is nog niet hersteld. Deels onterecht. De beroepsgroep van toezicht wordt te vaak ten onrechte gediskwalificeerd, terwijl er functieprofielen, evaluaties, diverse governancecodes en opleidingen voor commissarissen zijn. Commissarissen bieden ook veel toegevoegde waarde, maar dat wordt lang niet altijd zo gezien. Er wordt in de huidige maatschappij “nul fout” verwacht, maar ongelukken zullen altijd blijven gebeuren. Zeven deugden, zeven hoofdzonden. Je moet ook niet alles willen uitbannen.’

Hoe kijkt u tegen de herziene Nederlandse Corporate Governance Code van de Monitoring Commissie onder leiding van Jaap van Manen aan? Is dat een next step in het toezicht?

‘Zeker. In plaats van louter compliance en regulation, gaat de laatste herziening veel meer over de tone at the top. De agenda van de toekomst. Er is meer focus op lange termijn, strategie en cultuur. Er is verder nog steeds een professionaliseringsslag gaande. We hebben al de DNB-toets en misschien moet er ook een fit & proper-toets voor de semipublieke sector komen. Een onafhankelijke autoriteit die gaat kijken of een toezichthouder in de maatschappelijk domein geschikt is. De commissaris moet zich dan toetsbaar opstellen. Dat komt het herstel van vertrouwen denk ik ten goede. Die toetsing kan er op verschillende manieren uitzien. Van zelfregulering tot certificering.’ Tot slot… ‘Als Nationaal Register hebben we hard gewerkt aan de professionalisering van het commissariaat. We voelen ons verantwoordelijk voor de next generation commissarissen en toezichthouders. Onze ambitie is naast werving en selectie, zeker ook als opleider (Academy) en kenniscentrum te fungeren. Synchroon en parallel aan wat maatschappelijk gevraagd wordt.’